Voor een correcte facturatie is het belangrijk om te weten hoe je de maatstaf van heffing bepaalt, zodat je op het juiste bedrag de btw kunt aanrekenen.
De maatstaf van heffing is de basis waarop je de btw moet berekenen, deze bepaal je als volgt:
Onderstaande zaken worden niet opgenomen in de maatstaf van heffing:
❌ Financiële kortingen
❌ Retourverpakkingen
❌ Nalatigheidsintresten
❌ Schadevergoedingen
❌ De btw zelf
De maatstaf van heffing moet voor elk btw-tarief apart bepaald worden. Vervolgens bereken je de btw door de maatstaf van heffing te vermenigvuldigen met het juiste btw-tarief.
Uiteindelijk wordt het bedrag van de financiële korting weer toegevoegd aan de totale factuurprijs. Op de factuur vermeld men best dat het bedrag na aftrek van de financiële korting van toepassing is indien men de betaling tijdig uitvoert.
(MVH x btw-tarief) + financiële korting = Totaal factuurbedrag
Bij intracommunautaire verkopen van goederen en diensten aan een onderneming binnen de EU met een geldig btw-nummer, moet er in principe geen btw aangerekend worden.
Bij de verkoop van goederen of diensten die de EU btw-zone verlaten, moet men in principe geen btw aanrekenen.
Voor bepaalde geleverde diensten of verkopen van goederen kan je niet de gewoonlijke Belgische btw aanrekenen, maar moet je de btw-tarieven gaan aanrekenen van het land waar de (particuliere) afnemer of koper gevestigd is. Via een afzonderlijke aangifte wordt deze btw dan ook aan de juiste lidstaten afgedragen.